Waarom je moet kiezen voor landmeter als beroep

Landmeters, dat zijn toch mensen die bij een bouwproject of langs de weg rondlopen met rood-witte stokken en door het vizier van een theodoliet heen staren? Wat is daar nou leuk aan? Veel, zeggen mensen die voor dit beroep hebben gekozen. Het vak is namelijk ongelofelijk veelzijdig en interessant. En het gaat inmiddels veel verder dan meten met optische apparatuur.

Als landmeter (of Landmeetkundige) ga je op pad door het land (of een deel daarvan) om metingen te doen. Bijvoorbeeld om een kaart of 3D model te maken van een nieuw gebouw of een spoorlijn. Om vast te stellen of een bestaand gebouw nog op zijn plek staat. Of om voor eens en altijd duidelijk te maken hoe de grenzen van een terrein lopen waar twee buren ruzie over maken.

Dit werk doe je met supermoderne apparatuur. Bijvoorbeeld GPS/GNSS-ontvangers, 3D scanners met laser- of Lidartechnologie, 360 graden camera’s of Total Stations die alles in huis hebben, maar ook drones voor luchtfotografie, side scan sonar voor onder water en grondradar om mee in de bodem te kijken.

Al die apparaten slaan gegevens op, inclusief locatie. Deze plaatsgebonden gegevens noemen we geodata. De geodata wordt in de computer gekoppeld aan andere gegevens, bijvoorbeeld plattegronden, bouwtekeningen, foto’s en satellietbeelden. Op die manier ontstaat een exact beeld van de situatie, met de juiste afmetingen en coördinaten. Zo kunnen we precies weten wat waar ligt in ons land, hoe groot het is en of het aan de regels voldoet.

Deze gegevens zijn nodig voor verschillende toepassingen. Denk aan navigatiesoftware, het ontwerpen van bouwprojecten, het bepalen hoe groot een bos of landbouwgebied is, of hoeveel asfalt er nodig is voor het aanleggen van een weg. En natuurlijk ook om conflicten te voorkomen over het bezit en de verkoop van grond.

Landmeters doen dus belangrijk werk. Ze meten niet alleen, ze moeten ook begrijpen wat ze doen en waarom. Ze hebben een brede kennis nodig van zaken als meettechniek, bouwkunde, recht en computers. En ze moeten goed met mensen kunnen omgaan, bijvoorbeeld met opdrachtgevers, collega’s en de eigenaren van het te meten terrein.

En wat vinden de landmeters die we spraken nog het allermooiste? De vrijheid en zelfstandigheid die ze hebben in hun werk. Als landmeter zit je niet van 9 tot 5 binnen de muren van je kantoor. Je gaat op pad, je maakt meestal je eigen afspraken en deelt zelf je tijd in. Je bent een soort ‘eigen baas’ in het bedrijf waar je werkt. Maar je weet óók de handen uit de mouwen te steken!

Als landmeter/landmeetkundige kun je bijvoorbeeld terecht bij ingenieurs- en architectenbureaus, bouw- en infrabedrijven en bij gemeenten en andere overheidsinstellingen.

Een aantal leden van Geo-Informatie Nederland is regelmatig op zoek naar landmeters. Ook als er geen directe vacatures zijn, kun je deze bedrijven altijd benaderen voor meer informatie en een open sollicitatie.

Kijk daarnaast ook op de GeoCarrière pagina’s voor actuele vacatures.

Foto bovenaan: jongeren leren werken met de Trimble R12 GNSS ontvanger (foto Geometius).