‘Publiek geeft wél om data en privacy’
Woensdag 21 september 2022Het beeld dat mensen niet geïnteresseerd zijn in wat er met hun data gebeurt, is achterhaald, betoogt schrijver Aaron Mirck vandaag (21 september) in een opiniestuk in dagblad Het Parool.
Het klinkt aannemelijk om te roepen dat het burgers niet boeit wat er met hun data gebeurt, zolang ze maar gemakkelijk kunnen liken, swipen, bestellen en likes kunnen scoren voor een vakantiefoto. Dat beeld moet worden bijgesteld, stelt Mirck. Onderzoeken van het Ada Lovelace Institute, wijzen er namelijk op dat het publiek verwacht dat er voorzichtig met zijn data wordt omgesprongen. Dit instituut streeft naar een wereld waarin de voordelen van data en kunstmatige intelligentie (AI) rechtvaardig worden verdeeld, een streven dat urgenter wordt nu AI steeds slimmer wordt en data steeds waardevoller.
Er is wel degelijk publieke steun voor meer en betere wetgeving met betrekking tot datagebruik en datagedreven technologieën. Datagedreven innovaties moeten ethisch zijn en gericht zijn op het algemeen nut. Mensen willen weten wat er met hun data gebeurt en hoe ze die kunnen beschermen. Volgens de onderzoekers mag bezorgdheid van het publiek over het gebruik van data niet worden afgedaan als een gebrek aan bewustzijn of begrip.
Kennis over de voordelen van datagebruik vergroten het vertrouwen van het publiek niet, zo luidt de aanbeveling. Laat het een aanwijzing zijn voor technollogie-ontwikkelaars en vormgevers van beleid. De burger wil weten wat er gebeurt met zijn data en laat zich niet langer verleiden met spiegeltjes en kraaltjes als een fijne gebruikservaring of virale filmpjes.
In november verschijnt Aaron Mirck’s boek Niet appen tijdens het eten.
Beeld: metamorworks/Shutterstock
Reacties